Architectuur is een culturele daad
De kwaliteit van de architectuur is van wezenlijk belang voor onze samenleving. De wereld wordt complexer, onzekerder en de architectuur kan een bijdrage leveren aan een maatschappij die zich weet aan te passen aan de noden van de tijd. Zoveel vraagstukken snakken naar een oplossing. Het helpt als je als architect een veelvraat bent die plezier heeft in het zoeken naar verbanden. Zo’n architect is Thijs Asselbergs. Hij is iemand die niet stilstaat of achteromkijkt, maar nieuwsgierig reikt naar de directe toekomst. En iemand die het liefst zoveel mogelijk mensen een duwtje in de goede richting geeft.
Innovatie en integraliteit zijn sleutelwoorden in de praktijk van Thijs Asselbergs. Hij heeft zijn bureau ernaar ingericht; het heet niet per ongeluk Architectuurcentrale. In deze netwerkorganisatie werkt Asselbergs samen met de Architekten Cie en jonge talenten als Joeri van Ommeren.
Integraal ontwerpen
Tachtig procent van het portfolio van Thijs Asselbergs architectuurcentrale bestaat uit woongebouwen. Asselbergs bouwt niet louter de woningen, hij bouwt aan omgevingen voor mensen. Prettige plekken. Soms is de omgeving onopvallend, zoals op een verweesd bedrijventerrein in Zandvoort-Noord. Met het bouwen van twee woontorens weet hij deze ‘vergeten plek’ op te tillen. Soms is de omgeving al grandioos, zoals bij het project Ruimte voor de Waal bij Nijmegen, onderdeel van Ruimte voor de Rivier. Een echt Gesamtkunstwerk. Thijs Asselbergs benadrukt de ‘integraliteit in het ontwerp – van straatkei tot watersysteem – en de samenwerking met vele partijen waaronder gemeente Nijmegen, ingenieursbureaus en landschapsarchitecten. ‘Als ontwerper ben je een spil, maar de kracht van het project is die integraliteit.’ Samenwerking was eveneens het fundament van de SJU Jazz-zaal Cloud Nine in TivoliVredenburg. Asselbergs heeft met architecten Herman Hertzberger, Jo Coenen en NL Architects tien jaar gewerkt aan de realisering van deze ‘muzikale stad-in-een-stad’.
Innovatie en samenwerking
Het curriculum van Thijs Asselbergs’ hoogleraarschap aan de Technische Universiteit Delft (2008-2023) getuigde van zijn verlangen naar innovatie en samenwerking. Als hoogleraar Architectural Engineering ontwikkelde hij met studenten innovatieve technologische oplossingen als een integraal onderdeel van de architectuur. Technologie vatte hij breed op, met aandacht voor geïndustrialiseerde, flexibele en circulaire bouwoplossingen, zoals voor de één miljoen huizen die in het komende decennium gebouwd moeten worden. Maar Thijs Asselbergs wilde meer met zijn studenten. Hij onderzocht de mogelijkheden van data-architectuur, digitalisering en robotisering, dacht na over nieuwe financieringsmethoden voor de bouw, ontwikkelde systemen op het gebied van mobiliteit en onderzocht manieren om milieuschade en verlies van open ruimte te beperken. De breedte van dit onderzoeksgebied geeft al aan hoe het vak van architect verandert. Daarom heeft Asselbergs het platform De Nieuwe Architect opgezet, om studenten voor te bereiden op hun toekomstige rol. Hij is ook betrokken bij BouwLAB en Openbuilding.co, twee initiatieven die innovatie in ontwerp en vernieuwing van gebouwen stimuleren, voortbouwend op het door John Habraken in de jaren ‘60 ontwikkelde ‘open bouwen’.
Architectonische kwaliteit
In de jaren ’80 van de vorige eeuw richtte Thijs Asselbergs samen met Jan Pesman designtijdschrift Items op – jarenlang het podium voor het debat over goed ontwerp. Geïnspireerd op Die gute Form – het gedachtegoed van de legendarische Braun-ontwerper Dieter Rams. Ook Steve Jobs is hier schatplichtig aan. Goede vorm ontstaat in het ingenieurswerk en mondt uit in een architectonische daad. Tegelijk heeft Asselbergs zich vanaf het begin van zijn carrière in het openbaar domein begeven. In de jaren ‘90 betrad hij het plein en de markt als stadsbouwmeester van Haarlem en was hij een van de vernieuwers van het welstandsbeleid. In zijn professie is hij altijd pleitbezorger van architectonische kwaliteit in het publieke domein. Ook nu de omgevingskwaliteit hoog op de agenda staat.
Van stoel tot stad
Omgevingskwaliteit is volgens Thijs Asselbergs de balans tussen ruimtelijke kwaliteit (cultuur), economische kwaliteit (levensduur) en innovatie (technologie). In het ‘midden’ van die driehoek stelt hij zich op. Dat typeert hem. Asselbergs ontwerpt door de schalen heen. Van stoel tot stad, zoals zijn leermeester Jaap Bakema het ooit puntig formuleerde. En van papier tot praktijk. Laverend tussen ‘constructie, professionalisering en industrialisering aan de ene kant en architectonische ambitie aan de andere kant,’ zoals de ene grootmeester (John Habraken) over die andere leermeester (Jaap Bakema) opmerkte.