“De hamvraag is de betaalbaarheid van één miljoen woningen”
Met zijn architectenbureau doet Thijs Asselbergs veel woningbouwprojecten voor corporaties en de middendure huur, op locaties als Nijmegen, Hoofddorp en Gouda. Zijn opdrachtgevers zijn pensioenfondsen die investeren in woningbouw als een goede belegging zien. Hij verwacht dat deze fondsen als gevolg van de coronacrisis hun financiering anders gaan organiseren. In veel woningbouwprojecten is gerekend met verkoopprijzen en dito bouwkosten die niet meer zullen worden gehaald. De woningmarkt zal snel gaan veranderen.
De hamvraag is volgens hem de betaalbaarheid van een groot deel van de één miljoen woningen die de komende tijd gebouwd en verbouwd gaan worden. Alle hens is dek en daar is ook genoeg reden voor, aldus Asselbergs. Modulair en geïndustrialiseerd gaan wat hem betreft daarbij hand in hand. Zodra de nieuwe rijksbouwmeester er is, wil hij met diverse platforms een oproep doen om het open bouwen in te zetten ten behoeve van omgevingen met een hogere kwaliteit. Deze moeten weerbaarder worden en anticiperen op het nieuwe gebruik van de voorraad.
Ook de sector zelf zal zich anders moeten gaan organiseren. In de bouw zijn bouwers dat nu al aan het doen en architecten kunnen niet achterblijven. “Architecten moeten in de positie komen dat ze doen waar ze goed in zijn, namelijk nieuwe omgevingen maken. De naoorlogse kantoren zijn aan grondige vernieuwing toe. Architecten kunnen gaan onderzoeken hoe je deze een ‘second life’ kunt geven met wonen. Als het ook maar even kan, moeten architecten het initiatief nemen.”
Wat is hij zelf van plan? In de eerste plaats gaat hij vol inzetten op kennis van digitalisering en robotisering. Zijn wenkend perspectief is een modulaire, geïndustrialiseerde en aanpasbare productie. Maar dan moet je wel alles willen weten van hoe je kunt bouwen met hout (CLT), ook als drager, aldus Asselbergs. Hij wijst op initiatieven als Openbuilding.co en het BouwLAB dat hij onlangs zelf startte in Haarlem.
Begin dit jaar vroegen Mark Koehler, Tom Frantzen en Space&Matter aandacht voor het gedachtegoed van het Open Bouwen. De architect John Habraken zette dit zestig jaar geleden met zijn boek De drager en de mensen in de verf. Deze manier van bouwen heeft een positieve invloed op zaken als circulariteit, aanpasbaarheid en invloed van gebruikers. Het zijn thema’s die in het open bouwen centraal staan.
Op het bedrijventerrein Nieuw-Noord in Zandvoort ontwierp Thijs Asselbergs voor Pact3D met Van Ommeren Architecten twee woontorens die nu in uitvoering zijn.
Een andere les van de crisis is, aldus Asselbergs, dat we het niet meer alleen af kunnen. Met elkaar samenwerken is key geworden in de woningbouw. Volgens hem liggen grote kansen in het opzetten van corporaties die de plicht op zich nemen om woningen te realiseren en daar grond bij te zoeken. Dat is een ander traject dan commerciële projectontwikkeling, onder meer ook door de grotere betrokkenheid van alle actoren.
Tot slot vindt hij dat architecten vol moeten blijven inzetten op architectonische kwaliteit. Ze moeten leren dat je architectonische kwaliteit maximaal kunt bevorderen door hiervoor een breed draagvlak te creëren in het hele team, inclusief de architect zelf. Zijn oproep: “Probeer iedereen mee te nemen en verantwoordelijk te maken voor architectonische kwaliteit.”
Asselbergs signaleert dat veel bedrijven en bureaus massaal een beroep doen op de overheid. Ook de BNA ziet de bui al hangen. Te verwachten valt dat zeker kleine bureaus met twee tot vijf medewerkers het moeilijk gaan krijgen. Zij werken bijvoorbeeld voor particuliere investeerders. Deze zullen de komende tijd sterk naar hun financiële verplichtingen kijken. Het is de vraag of kleine bureaus voldoende reserves hebben om de komende crisis te overleven.
Dit interview is gepubliceerd in de Architect.